Ontstekingsvonken in Parijs: Autoshow belicht handelsconflict in de e-mobiliteitssector

De start van de Parijse autosalon viel samen met een verhitte discussie over tarieven op in China geproduceerde elektrische voertuigen. De beurs is een van de belangrijkste auto-evenementen in Europa en komt op een cruciaal moment voor de sector. Europese autofabrikanten staan onder druk om hun concurrentievermogen te bewijzen, terwijl Chinese concurrenten marktaandeel willen winnen. Er zijn echter ook gemeenschappelijke belangen: Leidinggevenden uit beide regio's uitten hun bezorgdheid over de gevolgen van EU-tarieven. Stella Li, vicepresident van de Chinese elektrische voertuiggigant BYD, waarschuwde dat zulke tarieven de toegang tot elektrische auto's voor armere bevolkingsgroepen zouden kunnen bemoeilijken. Ook Stellantis-CEO Carlos Tavares sprak waarschuwende woorden tot zijn collega's en wees erop dat Chinese fabrikanten de tariefbarrières zouden kunnen omzeilen door fabrieken in Europa te vestigen. Dit zou kunnen leiden tot overcapaciteit en de sluiting van lokale fabrieken. Op de beurs van dit jaar zullen negen Chinese merken, waaronder BYD en Leapmotor, hun nieuwste modellen presenteren. Twee jaar geleden was de Chinese invloed nog aanzienlijk groter, wat de vastberadenheid van de Europese fabrikanten onderstreept om hun thuismarkt te verdedigen. Ondanks de nipte beslissing van de EU-lidstaten om invoerrechten tot 45% op Chinese elektrische voertuigen te heffen, is het meningsverschil binnen de Unie nog niet opgelost. De EU beschuldigt China van oneerlijke subsidies, terwijl Peking dreigt met tegenmaatregelen aan het Europese front. Tegelijkertijd worstelen Europese autofabrikanten met uitdagingen op de Chinese markt. Gezien de verzwakkende verkoop, benadrukten branchegrootheden zoals Volkswagen, Mercedes-Benz en BMW voorzichtige winstprognoses. Daarbij komen rapporten over voorraadproblemen bij Stellantis in de VS, die eveneens hebben geleid tot een verlaging van de winstprognose.