A.P. Møller-Mærsk heeft zijn jaarprognose voor de tweede keer in iets meer dan een maand verhoogd. De reden zijn de sterke verstoringen in de Rode Zee en de aanhoudend hoge vraag naar wereldwijd containervervoer, die de vrachttarieven verder doen stijgen.

Het in Denemarken gevestigde bedrijf maakte maandag bekend dat het verwacht dat de vrachttarieven tegen het einde van het jaar verder zullen stijgen als gevolg van de sterke vraag en de verstoringen in de Rode Zee, waar aanvallen van Houthi-rebellen uit Jemen hebben geleid tot herrouteringen van schepen. Deze herrouteringen hebben de capaciteit op de routes van Azië naar Europa met 15 tot 20 procent verminderd.

Mærsk ziet ook tekenen van toenemende havencongestie, vooral in Azië en het Midden-Oosten, wat de scheepvaartcapaciteit verder beperkt en de opwaartse druk op de tarieven versterkt.

Reeds begin mei had Mærsk de ondergrens van zijn jaarprognose verhoogd en soortgelijke factoren als reden aangevoerd. De Drewry Shipping Consultants' World Container Index bereikte in de week tot 30 mei 4.226 Amerikaanse dollar, wat een stijging van meer dan 56 procent betekent sinds de week van 25 april. De tarieven voor het transport op belangrijke routes van Shanghai naar Rotterdam en Los Angeles lagen boven de 5.000 Amerikaanse dollar.

Mærsk verwacht nu een resultaat voor rente, belastingen, afschrijvingen en amortisaties (Ebitda) van 7 tot 9 miljard Amerikaanse dollar, tegenover de eerdere prognose van 4 tot 6 miljard Amerikaanse dollar. Analisten, ondervraagd door FactSet, verwachten een Ebitda van 6,09 miljard Amerikaanse dollar voor het gehele jaar.

Het bedrijf rekent nu op een vrije kasstroom van minstens 1 miljard US-dollar, in vergelijking met de eerdere prognose van minstens min 2 miljard US-dollar.

Ondanks de positieve ontwikkeling waarschuwde Mærsk dat de handelsvoorwaarden vanwege de onvoorspelbaarheid van de situatie in de Rode Zee en de onzekerheden over de toekomstige vraag- en aanboddynamiek nog steeds volatieler dan normaal zijn.

Containervaartmaatschappijen begonnen het jaar 2024 met een capaciteit die ver boven de zwakke vraag lag, en een grote hoeveelheid nieuwe schepen die dit jaar geleverd zullen worden. Dit zorgde ervoor dat de vrachttarieven vanaf de pandemische pieken instortten, en rederijen zoals Hapag-Lloyd begonnen hun kosten te verlagen.

Ondanks dat meldden Mærsk en verschillende andere containerrederijen in het eerste kwartaal betere dan verwachte resultaten vanwege de verbeterde vraag en stijgende prijzen. De Duitse Hapag-Lloyd verhoogde vorig maand haar prognose nadat ze de verwachtingen had overtroffen met een nettowinst van 319,6 miljoen USD.

De maritieme branche-adviseur John D. McCown schatte dat de mondiale rederijen in het eerste kwartaal een gecombineerde winst van 5,4 miljard dollar behaalden, nadat zij in het voorgaande kwartaal een collectief verlies hadden gemeld.