De geplande overname van de budgetmaatschappij Spirit door de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij JetBlue is na ongeveer anderhalf jaar onverwachts afgeblazen. Zoals het in New York gevestigde bedrijf maandag meedeelde, zijn onder andere de vereiste overheidsvergunningen niet op tijd verkregen voor de vastgestelde deadline eind juli. Als gevolg hiervan hebben beide bedrijven besloten de overname ter waarde van 3,8 miljard dollar (ongeveer 3,5 miljard euro) niet verder na te streven. Deze beslissing leidde tot duidelijke reacties op de financiële markten, aangezien de aandelen van Spirit op de NYSE na de bekendmaking van het nieuws een verlies leden van 12,46 procent en daalden naar 5,66 dollar.

In tegenstelling daartoe stegen de aandelen van JetBlue met 3,17 procent naar 6,68 Amerikaanse dollar. Al in januari had JetBlue het publiek voorbereid op een mogelijk afketsen van de deal, toen een Amerikaanse rechtbank de overname blokkeerde vanwege zorgen over concurrentie en mogelijke prijsverhogingen voor consumenten. Door de nu afgeblazen overname moet JetBlue volgens eigen zeggen een vergoeding van 69 miljoen Amerikaanse dollar betalen.

JetBlue had zich in de zomer van 2022, na maandenlange biedstrijd, tegenover haar concurrent Frontier doorgezet en de goedkeuring voor de aankoop van Spirit ontvangen. Voordien hadden de raden van bestuur van Spirit een lange tijd de lagere bieding van Frontier de voorkeur gegeven, omdat ze twijfels hadden over de antitrustgoedkeuring van een deal met JetBlue. De deal is nu definitief van de baan en JetBlue moet zich elders oriënteren om haar positie op de competitieve markt voor goedkope vluchten te versterken.