EU voert scherpere tarieven in tegen Chinese elektrische auto's – een onoverzichtelijk spel op het mondiale toneel.

De onderhandelingen tussen de EU en China over de prijsstelling van elektrische voertuigen (EV's) in Europa hebben een nieuw hoogtepunt bereikt. Ondanks een aanbod van de Chinese regering om EV's aan te bieden tegen een minimumprijs van 30.000 euro, heeft de EU besloten strengere tarieven in te voeren. Deze beslissing is gebaseerd op de bevindingen van een uitgebreid onderzoek door de Europese Commissie, dat concurrentieverstorende, door de staat ondersteunde subsidies identificeerde. EU-lidstaten stemden nu voor extra tarieven van maximaal 35,3% op Chinese EV-import. Dit drijft de totale tarieven voor sommige fabrikanten bijna naar de 50%-grens. Duitsland en Hongarije stemden tegen deze maatregel vanwege de angst voor mogelijke vergeldingsmaatregelen, terwijl 12 andere leden, waaronder Spanje en Zweden, zich onthielden. Het Chinese aanbod van een prijsbodem werd in september door de EU afgewezen, omdat het de door subsidies veroorzaakte nadelen niet significant kon verminderen. Ter vergelijking: de gemiddelde prijs van een Europese EV ligt rond de 66.000 euro, volgens onderzoeken van JATO Dynamics. Chinese autofabrikanten zoals BYD profiteren nog steeds van lagere productiekosten en een sterke controle over de gehele batterijtoeleveringsketen. Europese autofabrikanten plannen als reactie op de Chinese concurrentie eigen kostenefficiënte modellen, zoals de 20.000 euro instap-EV van Volkswagen, die in 2027 op de markt moet komen. Partnerschappen zoals Volkswagens participatie in Xpeng benadrukken het groeiende belang van de Chinese markt. Na de stemming waarschuwde de Duitse minister van Financiën, Christian Lindner, de Europese Commissie voor een handelsoorlog met China. De uiteindelijke beslissing over de invoering van de tarieven ligt nu bij de Europese Commissie. China heeft al de eerste stappen gezet richting vergelding met tarieven op Europese importen, variërend van varkensvlees tot kaas.