De vastgoedcrisis in China eist nog een prominent slachtoffer: De Shimao Groep, een gerenommeerde projectontwikkelaar, wordt geconfronteerd met een verzoek tot liquidatie, ingediend door de China Construction Bank bij het Hooggerechtshof in Hongkong. Het concern zou financiële verplichtingen ter waarde van bijna 1,6 miljard Hongkong dollar (ongeveer 186 miljoen euro) niet zijn nagekomen. Shimao heeft aangekondigd zich "krachtig" te verzetten tegen deze actie.

Deze zaak is onderdeel van een reeks soortgelijke gevallen waarin schuldeisers proberen uitstaande schulden te innen van sterk verschuldigde Chinese vastgoedbedrijven. De keuze voor Hongkong als rechtsgebied is geen toeval, maar heeft te maken met de beursnotering van de Shimao Group aldaar. Het bedrijf staat vooral bekend om zijn woonprojecten in grote Chinese steden en investeringen in hotelprojecten. De eerste rechtszitting is gepland op 26 juni.

Eerder dit jaar werd een ander Chinees vastgoedbedrijf, Country Garden, geconfronteerd met een soortgelijk verzoek. Ook China Evergrande, het bedrijf met meer dan 300 miljard dollar aan schulden, is al door een rechtbank bevolen om te liquideren.

Jarenlang was de vastgoedsector een van de belangrijkste groeimotoren van de Chinese economie. Maar nu legt de crisis in deze sector een aanzienlijke last op de algehele economische prestaties van China. De crisis werd in 2020 uitgelokt door de introductie van de "drie rode lijnen" door de Chinese regering, die de kredietopname van vastgoedbedrijven sterk beperkte om speculatie op de markt te voorkomen. Vele bedrijven kwamen in financiële moeilijkheden, wat de regering uiteindelijk ertoe bracht ondersteunende maatregelen te nemen en de regels voor de aankoop van woningen te versoepelen.

Op de dag van de bekendmaking van het verzoek tot afwikkeling tegen Shimao, stortten hun aandelen op de beurs van Hongkong in met 18,68 procent, naar 0,37 Hongkong dollar.