Het Verenigd Koninkrijk heeft de recessie achter zich gelaten met een onverwachte economische opleving. Volgens een eerste schatting van het statistiekbureau ONS, groeide het bruto binnenlands product in het eerste kwartaal met 0,6 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Dit resultaat overtreft de verwachtingen aanzienlijk, inclusief de schatting van de Bank of England, die slechts een stijging van 0,4 procent had voorspeld.

Na twee opeenvolgende kwartalen van krimp kon de Britse economie zich dus herstellen van een technische recessie. In vergelijking met het laatste kwartaal vóór de pandemie eind 2019 ligt de economische prestatie nu 1,7 procent hoger.

Vooral de dienstensector en de industriële productie droegen bij aan deze groei, terwijl de bouwsector bleef krimpen. Minister van Financiën Jeremy Hunt merkte op dat dit bewijst dat de economie volledig hersteld is van de gevolgen van de pandemie.

Dit positieve nieuws komt voor de conservatieve regering op het juiste moment, aangezien er later dit jaar parlementsverkiezingen gepland staan. De huidige regering hoopt op steun van deze economische opleving, terwijl peilingen momenteel de oppositiepartij Labour aan de leiding zien.

Labour bekritiseert echter de zelfpromotie van de regering en benadrukt dat de levensstandaard in Britse huishoudens de afgelopen twee jaar nauwelijks is gestegen. Deze mening wordt ondersteund door econome Gora Suri van adviesbureau PwC.

Parallel heeft de Bank of England haar prognose voor de economische groei van dit jaar naar boven bijgesteld en een eerste renteverlaging sinds meer dan vier jaar in het vooruitzicht gesteld. Deze zou al in juni kunnen plaatsvinden en zou extra impulsen voor de conjunctuur brengen. De centrale bank houdt de belangrijkste rentevoet momenteel op het hoogste niveau sinds 2008, maar ziet echter de mogelijkheid van een spoedige wijziging, aangezien de inflatie naar het laagste niveau in tweeënhalf jaar is gedaald.