De Amerikaanse grootbank Citigroup is door de Britse financiële toezichthouder FCA veroordeeld tot een boete van 61,6 miljoen Britse pond (ongeveer 72 miljoen euro). De reden hiervoor is een fout van een aandelenhandelaar die in het jaar 2022 per ongeluk aandelen ter waarde van 1,4 miljard US dollar (1,3 miljard euro) verkocht. De interne controlemechanismen van de bank faalden, waardoor de fout niet tijdig voorkomen kon worden.

Het incident werd veroorzaakt door een handelaar die oorspronkelijk voor 58 miljoen dollar aan aandelen wilde verkopen. Door een invoerfout werd echter een verkooporder gegenereerd voor aandelen ter waarde van 444 miljard dollar. Hoewel de controlesystemen van de bank een deel van de foutieve transacties blokkeerden, bereikten aandelen ter waarde van ongeveer 1,4 miljard dollar alsnog de Europese beurzen voordat de order geannuleerd kon worden.

'Sommige primaire controles ontbraken of waren ondeugdelijk', verklaarde de FCA. Vooral het ontbreken van een alomvattende blokkering werd bekritiseerd, die de gehele order had moeten afwijzen en voorkomen dat een deel ervan de markt zou bereiken.

De fout leidde tot een vijf minuten durende uitverkoop op de beursindex OMX Stockholm 30 en veroorzaakte chaos op de beurzen van Parijs tot Warschau. Volgens Bloomberg werd er tijdelijk een beurswaarde van ongeveer 300 miljard euro vernietigd.

De straf bestaat uit twee delen: een sanctie van de FCA en een bijkomende straf van de Britse financiële toezichthouder PRA.

Voor aanvang van de handel op de NYSE bleef de aandelenkoers van Citigroup ongewijzigd op 64,74 dollar.