TikTok, de populaire korte video-app en dochteronderneming van het Chinese Bytedance-concern, heeft een aanklacht ingediend tegen een nieuwe Amerikaanse wet. Deze wet is erop gericht om een verplichte eigenaarwisseling van TikTok af te dwingen om de nationale veiligheidszorgen met betrekking tot de potentiële toegang van de Chinese regering tot gegevens van Amerikaanse burgers aan te pakken. Volgens TikTok schendt deze wet echter de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in de Amerikaanse grondwet.

De wet die twee weken geleden in werking trad, stelt Bytedance een termijn van 270 dagen waarbinnen het bedrijf zich van TikTok moet scheiden, voordat de app uit de Amerikaanse app-winkels verwijderd wordt. President Joe Biden heeft de mogelijkheid om deze termijn met nog eens drie maanden te verlengen, indien er vooruitgang in de verkoopgesprekken zichtbaar is. TikTok benadrukt echter in de rechtszaak dat een afscheiding van Bytedance technisch, zakelijk en juridisch niet haalbaar is en ziet de wet als een directe bedreiging voor zijn voortbestaan in de VS.

Interessant is dat TikTok aangeeft dat Bytedance voornamelijk in het bezit is van westerse investeerders en formeel gevestigd is op de Kaaimaneilanden. Echter, Amerikaanse politici beweren dat de Chinese oprichter de controle behoudt vanwege zijn stemrechten en dat het bedrijfshoofdkwartier in Peking gevestigd is. Bovendien zou de Chinese regering de verkoop van de voor TikTok cruciale aanbevelingssoftware, die bepaalt welke inhoud aan gebruikers getoond wordt, kunnen blokkeren.

De aanklacht, ingediend in Washington D.C., zou TikTok de mogelijkheid kunnen bieden om de rechtszaak te vertragen en de wettelijke termijnen op te schorten. Met 170 miljoen gebruikers alleen al in de VS staat er veel op het spel, en de juridische strijd zou kunnen aantonen of de wetgeving de juridische toetsingen doorstaat, vergelijkbaar met eerdere mislukte pogingen onder de Trump-administratie en een recent in Montana geblokkeerde wet.