De Europese Centrale Bank (ECB) signaleert een mogelijke koerswijziging van haar strakke monetair beleid in de zomer, maar houdt voorlopig vast aan de recordrentevoeten. Ondanks een daling van de inflatie in de eurozone blijft het belangrijkste rentetarief op 4,50 procent, het depositotarief voor banken op vier procent. De ECB laat echter doorschemeren dat een versoepeling van het monetair beleid in de komende maanden overwogen kan worden, mochten de vooruitzichten op inflatie zich verder gunstig ontwikkelen.
Sinds de laatste renteverhoging in september 2023, waarbij de centrale bank ingreep tegen de toen snel stijgende inflatie, zijn de rentetarieven op een historisch hoog niveau blijven staan. Recente gegevens tonen aan dat de inflatie in de eurozone is gedaald naar 2,4 procent, wat dicht bij de tweejarige doelstelling van 2 procent van de ECB ligt.
Nadat de inflatie in de herfst van 2022 piekwaarden had bereikt, bleken de tien renteverhogingen tussen de zomer van 2022 en september 2023 effectief. Het strengere monetaire beleid was erop gericht de vraag te temperen en de inflatie tegen te gaan, maar maakte kredieten ook duurder en drukte op de economie en particuliere huishoudens.
Meerdere ECB-beleidsmakers suggereren nu dat de vergadering op 6 juni een mogelijk keerpunt zou kunnen vormen, vooral omdat de loongroei, een belangrijke inflatiedrijver, onlangs is verzwakt en de economie blijft lijden onder de hoge financieringskosten. ECB-president Christine Lagarde gaf in maart aan te verwachten dat er tegen juni voldoende gegevens beschikbaar zullen zijn om over een renteverlaging te beslissen. Bepalende loonafspraken en nieuwe economische en inflatieprognoses worden verwacht voor de junivergadering, wat het besluitvormingsproces van de ECB verder zou moeten versterken.
