In China neemt de inflatie sterk af en roept opnieuw zorgen op over een mogelijke deflatie, zelfs nu de economie begint te profiteren van een door de productie geleide opleving die handelsspanningen in het buitenland veroorzaakt. De consumentenprijzen stegen in maart ten opzichte van het voorgaande jaar met slechts 0,1%, een zwakker dan verwacht resultaat dat de voortdurende druk op de Chinese economie benadrukt, veroorzaakt door een aanhoudende vastgoedcrisis en terughoudende consumentenuitgaven. Ondanks de zwaktes zet Peking steeds meer in op zijn kracht als 's werelds toonaangevende fabriek. Investeringen stromen naar de productiesector, met name naar sectoren zoals elektrische voertuigen en apparatuur voor groene energie, wat de industriële productie stimuleert.

Terwijl de productie in China aantrekt, wijzen inflatiegegevens op een onevenwichtig herstel. Veel economen zeggen dat ambtenaren meer moeten doen om ook de consumptie aan te zwengelen. China's voorkeur om de aanbodkant van zijn economie te stimuleren, leidt al tot onrust in het buitenland. De prijzen voor goederen uit Chinese fabrieken daalden in maart voor de 18e opeenvolgende maand, wat duidt op een groeiende capaciteit die de vraag overtreft.

Zwakke inflatie in China staat in contrast met de VS, waar de prijsstijging vorige maand de verwachtingen overtrof en hoopt op renteverlagingen van de Federal Reserve teniet deed. De consumentenprijzen in de VS stegen in maart met 3,5% ten opzichte van het voorgaande jaar. De inflatiezwakte in China was in maart wijdverspreid, met een afnemende prijsgroei voor diensten, voedsel en consumptiegoederen. De kerninflatie, die volatiele prijzen zoals voedsel en energie uitsluit, vertraagde naar 0,6% van eerder 1,2%.

Economen verwachten dat de inflatie enigszins zal herstellen, maar vanwege de voorkeur van Peking om het aanbod boven de consumptie te stimuleren, op een laag niveau zal blijven. Politieke steun moet de groei ondersteunen en het ontstaan van deflatie voorkomen, maar volgens veel economen kan er wellicht resoluter gehandeld moeten worden, misschien door verdere renteverlagingen of door het stimuleren van consumptie via belastingverlagingen of uitbetalingen.