De Duitse regering heeft besloten dat de laatste landbouwgronden uit het bezit van de voormalige DDR niet meer verkocht, maar uitsluitend verpacht zullen worden, met een duidelijke focus op de ondersteuning van biologische bedrijven. Deze beslissing is in overeenstemming met de coalitieovereenkomst van 2021 en heeft als doel verdere uitverkoop aan speculanten te voorkomen en duurzame landbouw te bevorderen. De nieuwe regelgeving betreft ongeveer 91.000 hectare die tot nu toe door de Bodenverwertungs- und -verwaltungsgesellschaft (BVVG) beheerd werden.

Landbouwminister Cem Özdemir benadrukte dat deze maatregel een einde maakt aan de verkoop van waardevolle landbouwgrond en voornamelijk ten goede komt aan ecologisch beheerde boerderijen en conventionele bedrijven die bepaalde duurzaamheidscriteria naleven. Een puntensysteem zal de toewijzing van de percelen regelen, waarbij aspecten als biodiversiteit, klimaatbescherming en dierenwelzijn worden meegewogen. Vooral jonge boeren moeten profiteren van de nieuwe principes.

De beslissing stuit echter op weerstand bij Oost-Duitse boerenverenigingen. Zij hadden geëist om de privatisering voort te zetten en het beheer van gronden door de federale overheid te beëindigen. Ook tegen de invoering van duurzaamheidscriteria bij de verpachting en de overdracht van gronden naar het Nationaal Natuurerfgoed, waarvoor 17.500 hectare is voorzien, zijn er protesten.

De stap van de federale regering is een reactie op de kritiek dat de BVVG in het verleden de gronden voornamelijk winstgericht heeft vermarkt, wat bij sommige landbouwers voor onvrede zorgde. Met de nieuwe verpachtingsstrategie moet een toekomstbestendige en duurzame landbouw worden bevorderd en tegelijkertijd wordt de speculatie met landbouwgronden tegengegaan.