Vertragingen in het ruimtevaartproject Artemis: Een dure onderneming voor Boeing en Co.

De terugkeer van de Amerikanen naar de maan neemt meer tijd in beslag dan oorspronkelijk gepland, en de kosten stijgen. Oorspronkelijk aangekondigd in het eerste ambtstermijn van president Trump voor het jaar 2024, loopt het maanprogramma "Project Artemis" nu verder achter op schema. Door vertragingen en kostenoverschrijdingen bij de ontwikkeling van het Space Launch System (SLS) door Boeing, evenals zorgen over de veiligheid van de door Lockheed Martin gebouwde Orion-ruimtecapsule, is de streefdatum al verschoven naar 2026. Nu is het duidelijk dat ook deze tijdlijn niet gehaald kan worden. De succesvolle Artemis-I-missie in 2022 gaf hoop: destijds vereiste het onbemande testmanoeuvre van de Orion-ruimtecapsule via de SLS-raket, ondanks een veilige terugkeer naar de aarde na een maanomloop, een herbeoordeling van het hitteschild door de NASA. De lancering van Artemis II, die bemand in de maanomloopbaan moet plaatsvinden, is nu gepland voor april 2026, terwijl Artemis III, die daadwerkelijk op de maan moet landen, is uitgesteld tot midden 2027. De aanvullende vertragingen van zeven en negen maanden voor Artemis II en III hebben ook financiële consequenties. Een lancering van het SLS tijdens een Artemis-missie kost volgens schattingen van miljardair Michael Bloomberg ongeveer 4 miljard dollar - een bedrag dat volgens sommige berekeningen zelfs stijgt tot 4,1 miljard dollar. Dit maakt het Artemis-project tot een uiterst lucratief, zij het duur, project voor Boeing en zijn partners zoals Lockheed Martin, Northrop Grumman en L3Harris. De verwachte inkomsten zouden als gevolg van de projectverschuivingen elk met een jaar naar achteren kunnen verschuiven, wat belangrijk is voor de betrokken beursgenoteerde bedrijven.