Tariefretoriek: Trumps tarieven kunnen consumenten diep in de buidel laten tasten

In het kader van zijn verkiezingscampagne kondigde Donald Trump aan een invoerrecht van 60 procent te willen heffen op alle producten uit China, terwijl andere belangrijke handelspartners te maken zouden krijgen met tarieven tussen 10 en 25 procent. Deze drastische handelsmaatregelen zouden de prijzen van veel consumptiegoederen aanzienlijk kunnen verhogen, waarbij economen schatten dat een iPhone 16, met een prijs van oorspronkelijk 1.000 dollar, onder Trumps beleid 300 dollar duurder zou kunnen worden. Trump bevestigde zijn plannen in een Truth Social-bericht en kondigde extra tarieven tegen China aan, zolang het land onvoldoende optrad tegen de invoer van drugs zoals fentanyl naar de VS. Hij beweerde dat China niets had ondernomen ondanks beloften om de zwaarste straffen tegen drugsdealers door te voeren en dat de drugsproblematiek een ongekend niveau had bereikt. Hoewel Trump beweert dat zijn beleid de consumentenprijzen niet negatief zal beïnvloeden, zijn de meeste economen het daar niet mee eens. De tarieven zouden uiteindelijk door de importeurs worden gedragen, wat verhoogde kosten voor Amerikaanse bedrijven en consumenten betekent. De analist Chip Lupo van WalletHub raadt consumenten daarom aan om grote aankopen zoals elektronica en meubels beter vroegtijdig te doen, voordat mogelijke tariefverhogingen de prijzen opdrijven. Volgens het U.S. Census Bureau importeerden de VS vorig jaar goederen ter waarde van 4 biljoen dollar. Raymond Robertson van het Mosbacher Institute van de Texas A&M University vatte het samen: "Tarieven zijn belastingen. Belastingen laten de prijzen stijgen.